Anderhalf jaar vol liefde, in afwachting van ooit
- ingmarwillems
- 18 jun
- 3 minuten om te lezen
Anderhalf jaar.
Zes seizoenen. Achttien volle manen. 547 dagen waarin we droomden, hoopten, afvroegen, lachten en soms stil vielen.
We zijn geen mensen van grote drama’s of zwaarte. Nuchter, zeggen ze. Realistisch, vinden wij zelf. We zien wel wat het leven brengt, nemen het zoals het komt. Maar laat je niet foppen: ook nuchtere mensen kunnen verlangen tot in hun vezels voelen. En laten we eerlijk zijn — verlangen doet iets met je. Het maakt je zacht en scherp tegelijk. Het maakt de dagen lang, maar de hoop levendig.
Anderhalf jaar onderweg in ons wensouderschapstraject. Anderhalf jaar waarin die ene kleine stip op de horizon soms helder glanst, soms vervaagt in de mist van onzekerheid. En toch: we blijven kijken. We blijven lopen. Hand in hand.
Elke dag hopen we. Op een match, een klik, een onverwacht bericht. Op iemand die zegt: "Ja, ik wil dit samen met jullie doen." Elke dag bouwen we aan geduld, ook al rammelt ons hart van verlangen. Iedere dag hopen we op dat ene kleine wonder. Op een stapje dichter bij dat beeld in ons hoofd: een huis gevuld met speelgoed en zachte dekens. Kinderstemmen in de ochtend. Kleine voetjes op de vloer. Grote liefde in ons hart.
We kunnen het niet sturen, dit traject. En misschien is dat wel het moeilijkste van alles: het ongrijpbare, het oncontroleerbare. Je kunt alles willen, alles klaarzetten, je hart openleggen… maar het proces laat zich niet duwen. Niet versnellen. Je kunt alleen maar beschikbaar zijn. Open. En lief. Voor jezelf, voor elkaar, voor de wereld.
Je zegt: we gaan ervoor. Maar wat is dat eigenlijk, 'ervoor gaan', als je niet weet waar het pad begint of eindigt? Hoe bereid je je voor op iets wat zo onzeker is? Zoveel vragen, zoveel onduidelijkheid — en niemand die je écht een antwoord kan geven. En tóch voel je die kracht van samen. Van doorgaan. Van geloven.
Soms vragen we ons af:
Wanneer stopt dit pad?
Wanneer zeg je: tot hier, en niet verder?
Wanneer leg je je neer bij het idee dat het misschien niet lukt?
Is opgeven een optie?
Nee. Geen haar op ons hoofd die daar aan denkt. Want dit verlangen komt uit liefde. En liefde geeft niet zomaar op.
Dat is misschien nog wel het meest wonderlijke: hoe sterk je kunt blijven, ook als je geen idee hebt waar je naartoe beweegt. Hoeveel je kunt hopen, ook zonder garanties. De onzekerheid is dragelijk geworden — niet omdat ze lichter is, maar omdat we haar samen dragen. En omdat we weten: niets in het leven is ooit zeker. Behalve dat we geboren worden. En ooit weer gaan.
In de tussentijd?
In de tussentijd genieten we. Van elkaar. Van onze lieve vrienden en familie. Van de mensen die niet alleen achter ons staan, maar óók naast ons lopen. Die luisteren zonder oordeel. Die motiveren zonder druk. Die meeleven, meedenken en meehopen.
Zij – jullie – geven ons kracht. Een glimlach op grijze dagen. Een traan die we durven laten vallen.
Ooit komt er iemand die het pad met ons wil bewandelen. Ooit komt die ontmoeting, dat verhaal, dat hoofdstuk waarin alles ineens klopt. Ooit komt er een kindje, dat wij met alle liefde zullen omringen. Dat we zullen laten opgroeien met zachte waarden en stevige armen. Met humor, warmte, en eindeloos veel liefde die we al zo lang met ons meedragen.
Tot die tijd leven we met ons hart open. Dromen we verder. En geloven we.
Wij geloven erin.
Hopelijk geloven jullie met ons mee.
Liefs,
Wenspapa’s van het Zuiden
Guy en Ingmar




Opmerkingen